Op een dag wordt de vader van de drie kinderen Roberta, Phyllis en Peter weggevoerd door enkele vreemde mannen. Kort daarna moeten de kinderen met hun moeder van Londen naar het platteland verhuizen. Roberta vindt een krantenknipsel, waarin staat dat hun vader op beschuldiging van hoogverraad in de gevangenis zit. Ze besluit dit nieuws voor zichzelf te houden.